Vervolging in Nederland
Vanaf 1996 werd vervolgens door de criminele inlichtingendienst van het politieteam IRT Noord Oost Nederland “anonieme” informatie ontvangen over mogelijke betrokkenheid van Baybasin bij grootscheepse heroïnehandel. Op basis hiervan kon in september 1997 in Nederland een gerechtelijk vooronderzoek tegen Baybasin worden geopend en werden zogenaamde door Baybasin gevoerde telefoongesprekken officieel in Nederland afgeluisterd. In een interne notitie van het Nederlandse Ministerie van Justitie werd op 15 juli 1997 vermeld dat op dat moment ”de zaak Baybasin werd gebruikt als drukmiddel teneinde in een andere zaak iets van de Turkse autoriteiten gedaan te krijgen”.
Op 28 maart 1998 werd Baybasin door de Nederlandse politie gearresteerd. Na vier jaar voorarrest veroordeelde het Gerechtshof te ’s-Hertogenbosch hem op 30 juli 2002 tot een levenslange gevangenisstraf voor ondermeer een in 1997 in Istanbul gepleegde moord en ontvoering, een poging tot uitlokking van moord in Kentucky en een poging tot invoer van 20 kg heroïne. Het door het hof aan deze veroordeling ten grondslag gelegde bewijs bestond aldus het hof zelf voor 90 % uit tapgesprekken. Baybasin heeft tot op heden iedere betrokkenheid bij de strafbare feiten ontkend en vanaf het begin aangegeven dat het tapmateriaal niet anders dan gemanipuleerd kon zijn. Tot op heden is aan de verdediging van Baybasin geweigerd technisch onderzoek te laten verrichten op de originele gegevensdragers van het gebruikte tapmateriaal.
Sinds Baybasin’s veroordeling tot levenslang zijn veel nieuwe feiten boven water gekomen over de achtergronden van zijn strafzaak. Al deze feiten wijzen volgens de verdediging onmiskenbaar op een samenspanning vanaf hoog politiek niveau met als doel Baybasin in Nederland te laten veroordelen voor nooit door hem gepleegde delicten. Hiertoe heeft gedurende een aantal jaar overleg en samenwerking plaatsgevonden tussen de Turkse en Nederlandse justitiële autoriteiten, een samenwerking die in de strafprocedure overigens hardnekkig is ontkend door justitie. Nederlandse en Turkse politiefunctionarissen hebben gezamenlijk telefoongesprekken van Baybasin afgeluisterd en door Turkse politiefunctionarissen zijn gemanipuleerde telefoongesprekken en ander vals bewijsmateriaal aan de Nederlandse politie overhandigd om deze in de Nederlandse strafprocedure tegen Baybasin als bewijs in te brengen.
Uit diverse deskundigenonderzoeken naar de voor het bewijs gebruikte opnamen van tapgesprekken blijkt, dat deze onverklaarbare ‘onregelmatigheden’ bevatten die ernstige twijfels doen rijzen over de authenticiteit ervan. Een in 2003 in opdracht van de Ministeries van Binnenlandse Zaken en Justitie uitgevoerd onderzoek wees op ernstige veiligheidshiaten in de Nederlandse tapkamers waarmee de voor het bewijs in Baybasin’s strafzaak gebruikte tapgesprekken indertijd zogenaamd werden afgeluisterd.