Onderzoek Commissie Afgesloten Strafzaken (CEAS)
Dat het onderzoek tegen Baybasin is gemanipuleerd is bevestigd door twee rechtstreeks bij het onderzoek betrokken Turkse politieambtenaren. Eén van hen bevestigt via zijn advocaat aanwezig te zijn geweest bij het martelen van willekeurige arrestanten teneinde hen een verklaring te ontlokken dat de bij hen aangetroffen drugs waren bestemd voor Baybasin. De andere Turkse politieman, heeft aangegeven indertijd door de chef Narcotica te Istanbul te zijn ingeschakeld bij het manipuleren van oude telefoongesprekken van Baybasin met de bedoeling het te doen voorkomen alsof Baybasin bij zware delicten betrokken was. Deze tweede Turkse politiefunctionaris, Ö.D., heeft zich op 1 mei 2008 tot de Nederlandse Commissie Evaluatie Afgesloten Strafzaken (CEAS) gewend met het verzoek het onderzoek in deze zaak te heropenen. Het resultaat van dit CEAS onderzoek wordt nog afgewacht.
De verklaring van deze Turkse technicus vindt bevestiging in een interview van de Nederlandse onderzoeksjournalist Wim van de Pol met een Nederlandse politieman die indertijd ook bij het onderzoek tegen Baybasin was betrokken. In het tijdschrift Crimelink van juni 2009 beschrijft Van de Pol hoe het Kernteam Noord- & Oost Nederland vanaf maart 1994 samenwerkte met de Turkse politie vanaf een geheime gezamenlijke werkplek in Istanbul. Volgens deze Nederlandse politieman was Baybasin in deze Turks-Nederlandse samenwerking vanaf het begin het belangrijkste doelwit.
Baybasin’s telefoon werd vanuit Istanbul door Nederlandse en Turkse teams gezamenlijk afgeluisterd. En in de laatste fase van het onderzoek tegen Baybasin ontving de Nederlandse politie het in Istanbul getapte materiaal slechts nog op cassettes uit handen van de Turkse politie. De verklaring van deze drie indertijd bij het onderzoek tegen Baybasin betrokken politiefunctionarissen sluiten naadloos aan op het scenario zoals beschreven in het Aanvullend Rapport: de Nederlandse strafzaak tegen Baybasin steunt direct op in Turkije vervalst tapmateriaal.