NOS moet diep door het stof met rectificatie
Een les in nederigheid na grote fouten
Rudie van Meurs (*)
De NOS moet van de rechter valse berichtgeving over Hüseyin Baybaşin rectificeren. Op de website van de NOS stond een jaar geleden te lezen dat in Istanbul negen mannen waren opgepakt verdacht van betrokkenheid bij moord op een Turkse Amsterdammer, hoofdverdachte in het Amsterdamse liquidatieproces. Eén van die mannen, een zekere Naïf A., zou – zo schrijft het grootste nieuwsmedium van Nederland – een voormalige compagnon zijn van de tot levenslang veroordeelde drugsbaron Hüseyin Baybaşin. De rechter heeft de NOS opgedragen die berichtgeving te herstellen omdat elk feit voor die bewering ontbreekt. ‘Door het leggen van de link tussen Baybaşin en Naïf A. wordt de reputatie van Baybaşin geschaad,’ oordeelt de rechter. Hij voegt er aan toe: ‘Het gevolg hiervan kan zijn, gelet op het grote bereik van de website van de NOS, dat de steun bij een deel van het publiek voor het herzieningsverzoek van Baybaşin afneemt. Beeldvorming in de media kan doordringen tot een aanhangige procedure en in die procedure een rol gaan spelen zodat ook gevolgen van de publicaties voor de herzieningsprocedure niet bij voorbaat uitgesloten zijn.’ Baybaşin zou daarvan schade kunnen lijden en de rechtbank wil dat niet.
De reactie van Baybasin zelf: “I’m pleased with this judgement of the court of Utrecht. I don’t see this judgement as a victory for myself. I’m even sorry that I was forced to take this action. This is a victory for the justice system in this country, which has been issued by honourable judges of the court of Utrecht. All my respect to them.”
Een bericht zonder een enkel feit
Het is een bijna visionair vonnis. Een opwekkend moment in de slepende en slopende zaak die namens Baybaşin wordt gevoerd voor erkenning dat bewijsmateriaal tegen hem gemanipuleerd is. En dat zijn veroordeling tot levenslang fout is geweest.
Het is een uitdagend vonnis. Een vermanende vinger tegen de bulk van politici die al twintig jaar horen en lezen over procedures tegen een gerechtelijke dwaling, maar die daaraan nog nooit één woord besteedde.
Het is ook een streng vonnis. De NOS, die zich graag profileert als de grootste nieuwsorganisatie met altijd en overal onafhankelijke en betrouwbare verslaggeving, moet diep door het stof. De uitspraak van de rechter is een reprimande voor het verzaken van goed journalistiek onderzoek, voor het niet volgen van ethische regels, voor het ontbreken van feiten waarop de NOS nieuwsberichten baseert en het te rade gaan bij niet betrouwbare en niet-gezaghebbende bronnen. Het is weinig verheffend om te lezen hoe de pleitnotitie van de NOS een heel andere lezing geeft over de berichtgeving dan de verklaring van journalist R. Bas die voor de website het bericht maakte. De NOS beweert dat een bron uit de Turkse justitie dingen tegen Bas vertelt, die vervolgens door Bas in zijn verklaring worden ontkend. De NOS en Bas botsen voortdurend met elkaar in hun verklaringen. De NOS beroept zich op berichten in Turkse media over de connectie tussen Baybaşin en Naïf A., maar die zijn pas later, na de berichtgeving van de NOS, verschenen en worden door de rechtbank dan ook van tafel geveegd. Er deugt eigenlijk helemaal niks van wat de NOS gedaan heeft. De rechtbank zoekt en zoekt maar vindt geen enkel feit dat de berichten schraagt. Wederhoor wordt niet toegepast. Belerend wordt de NOS in het vonnis onderwezen ‘dat altijd wederhoor dient te worden toegepast bij personen die door een publicatie worden gediskwalificeerd, ook wanneer die personen slechts zijdelings een rol spelen’. ‘De NOS kende de advocaat van Baybaşin en had dus op eenvoudige wijze een reactie kunnen vragen.’ Dat is niet gebeurd.
Dan de bron. Er wordt in de berichten geschermd met meerdere bronnen. Dat is onjuist, corrigeert de rechter. Er bestaat maar één bron, dat is Mustafa Bayrakdar – volgens eigen opgave heftruckchauffeur, informant van de Criminele Inlichtingendienst, telefonisch intermediair in de schimmige onderwereld van runners en informanten en ook een contact van de NOS verslaggever. De rechtbank noemt die bron ‘niet-gezaghebbend’ en laat zijn ‘betrouwbaarheid’ in het midden
Bron van NOS vroeg eerder zes ton
Bayrakdar is ook de man die zich eind 2007 tot Adèle van der Plas – de advocaat van Baybaşin – wendde met de mededeling dat hij voor een bedrag van tweemaal drie ton Euro kon zorgen dat haar cliënt ‘op de keien zou staan’- bargoens voor vrijlating uit de gevangenis. De advocaat vertelde hem dat zij uitsluitend kon handelen met goedkeuring van haar cliënt en de deken van de orde van advocaten. Daarop zond Bayrakdar een wonderlijk ultimatum, hij wilde ‘eerst drie dan zou binnen vijf werkdagen contact volgen nadat drie betaald is, anders hoefde het niet meer’. Van der Plas besloot niet verder te praten. In een arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 21 januari 2000 wordt over Bayrakdar opgemerkt: ‘Bekend was immers dat Bayrakdar in het verleden wegens drugsdelicten was veroordeeld, dat hij zich ophield in het criminele milieu, dat hij geen vast inkomen had maar er toch een luxueuze leefstijl op nahield, dat er in augustus of september 1998 aan de Criminele Inlichtingen Dienst was gemeld dat Bayrakdar drugs in zijn woning had liggen en dat Bayrakdar informatie over deze partij heeft doorgegeven op een moment dat deze niet meer door de politie kon worden onderschept.’ Deze mijnheer Bayrakdar was dus de enige bron waarop de NOS zich baseerde voor een incriminerend en flinterdun bericht over Baybaşin.
Baybaşin wilde procedure niet
Hüseyin Baybaşin las in de rechtszaal een verklaring voor waarin hij zei dat hij in 1993 tot de invloedrijke Koerden behoorde die tot vijand van de Turkse staat werden verklaard en geëlimineerd dienden te worden – op de ‘dodenlijst’ kwamen. ‘Sindsdien hebben de Turken zich ons land toegeëigend en onze rijkdom gestolen. Sindsdien worden vreselijke dingen over mij verteld en worden goedkope, vuile, criminele individuen ingezet zoals Bayrakdar om mij zwart te maken. En sindsdien gebruikt de Turkse staat nieuwsorganisaties zoals de NOS om een smerig beeld van mij te schetsen en slaagde zij erin mij zes jaar in het EBI in Vught op te laten sluiten en twintig jaar in de gevangenis te houden. Allemaal op basis van gefabriceerde zaken en vervalst bewijs.’
Baybaşin zei ook dat hij de procedure voor rectificatie helemaal niet had willen voeren. Hij schreef vorig jaar een brief aan de NOS waarin hij zei een correctie te willen van de berichten over hem. ‘Helaas reageerde de NOS met onverantwoordelijke arrogantie, daarom moest ik de rechtbank wel inschakelen.’
Het vonnis is voor de NOS een les in nederigheid. De opmerkingen van de rechter over het onprofessionele gedrag van Nederlands grootste met publiek geld betaalde nieuwsorganisatie zijn pijnlijk en schadelijk voor de hele journalistiek. Als een leerling op de school voor journalistiek zulke fouten zou maken als de rechter opsomt, zou die onmiddellijk aangeraden worden een ander metier te kiezen.
(*) Rudie van Meurs is voorzitter van de Bakker Schut Stichting