De schijn van wetenschappelijkheid van advocaat-generaal van de Hoge Raad Aben
Rudie van Meurs (*)
Klik hier voor de pdf-versie
Op korte termijn verschijnt een ‘pamflet’ waarin auteur Ton Derksen de ‘schijn van wetenschappelijkheid’ van de advocaat-generaal van de Hoge Raad mr. D.J.C. Aben zal ontmaskeren. Aben had zeventienhonderd pagina’s en zes jaar nodig om vast te stellen dat er geen reden is de levenslange straf die Hüseyin Baybasin uitzit te herzien. Derksen zal in minder dan zeventig pagina’s duidelijk maken dat Aben ‘pseudowetenschap’ bedrijft en de waarheid niet onder ogen wíl en durft te zien.
Kort geleden, in een bijeenkomst in Leusden van ruim veertig ‘verontruste’ burgers, werd opnieuw duidelijk hoe ongeloof en verontwaardiging toenemen over de behandeling van de zaak-Baybasin. De bezoekers van de bijeenkomst waren overtuigd dat de veroordeling tot levenslang van Baybasin – een gerespecteerde Koerdische leider – gestoeld is op ‘verknipt bewijs’, aaneengeregen bewuste en onbewuste falsificaties in de bewijslast. Getuigen die zich uitspreken in het voordeel van Baybasin, worden door de advocaat-generaal geridiculiseerd. In de zeventienhonderd pagina’s van Aben, bedoeld om de handelwijze van het Openbaar Ministerie te rechtvaardigen, vergaat de waarheid in wijdlopigheid.
Vertegenwoordigers van de Stichting Restore Justice, die de bijeenkomst organiseerde, zeggen dat het Openbaar Ministerie koste wat kost wil voorkomen dat het blootgesteld wordt aan kritiek en dat het OM precedenten vreest. Jacques van Huet, voorzitter van de stichting, zegt: ‘Dat dit gaat ten koste van één persoon wiens leven is verwoest wordt op de koop toe genomen. Het gaat hier om de eenling tegenover het algemeen belang. Maar het is juist zo dat de rechtsstaat het individu dient te beschermen tegen de macht van de staat.’
De stichting heeft de laatste tijd veel reacties ontvangen van mensen die geloven in de onjuistheid van het vonnis dat tot levenslange gevangenisstraf van Baybasin leidde. De bijval komt vanuit alle lagen van de bevolking. Ton Derksen, emeritus hoogleraar wetenschapsfilosofie, auteur van het verrassende boek ‘Lucia de B.’ dat de aanzet vormde tot een herziening van de zaak van de Haagse verpleegster, publiceerde eerder het boek ‘Verknipt Bewijs’ over de zaak Baybasin. Later schreef hij ‘De Baybasin taps’ – een ‘schokkend’ relaas over sjoemelende rechercheurs en vertalers. Hij concludeerde op basis van zijn onderzoek ‘dat het Nederlandse OM met de Turkse politie onder één hoedje heeft gespeeld’. Derksen schreef: ‘De advocaat-generaal Aben van de Hoge Raad staat nu voor een dilemma: als hij Baybasin laat zitten, dan begaat hij onrecht. Maar als hij hem vrijspreekt, komt die ene prangende vraag op tafel: is Baybasin al die tijd een politieke gevangene geweest?’ De bezorgde burgers op de bijeenkomst hadden geen moeite met die vraag: het gaat om onwil van justitie om de waarheid te erkennen; het gaat om de rechtsstaat die in gevaar is; het gaat om kritiek die het Openbaar Ministerie niet kan verdragen.
Op de bijeenkomst werd ook gesproken door mr. Adèle van der Plas, advocaat van Baybasin. Zij zei: ‘Op 4 juli jongstleden is door de advocaat-generaal mr. Aben gereageerd op ons verzoek aan de Hoge Raad om de strafzaak tegen Baybasin te herzien. Hij concludeerde tot afwijzing van alle door ons aangevoerde argumenten. Het gaat om meer dan honderd ijzersterke argumenten, die aantonen dat de telefoontaps waarop het bewijs voor meer dan 90 procent steunt, zijn gemanipuleerd. Het onderliggende audio-materiaal blijkt gemanipuleerd, en de vertalingen van de Turkse, Engelse en Koerdische gesprekken wemelen van cruciale, altijd belastende fouten. We hebben kunnen aantonen dat dit niet alleen in directe samenwerking met Turkije is gebeurd, maar zelfs op initiatief en verzoek van Turkije. Aan deze samenwerking ligt een geheime overeenkomst tussen Turkije en Nederland ten grondslag, waar beide partijen tot op heden over zwijgen en over liegen. Hüseyin Baybasin werd door Turkije als een gevaarlijke tegenstander gezien. Hij zette zich niet alleen in voor de Koerdische zaak, maar openbaarde in die tijd ook publiekelijk de vuile rol die de Turkse staat in de internationale drugshandel vervulde. Baybasin had contacten met vele politici over de hele wereld en ondersteunde de oprichting van het Koerdische parlement in ballingschap en de Koerdische televisiezender MED-TV. Hem moest het zwijgen worden opgelegd. En daarvoor liet Nederland zich lenen. Aben heeft er zes jaar onderzoek en 1730 pagina’s tekst voor nodig gehad om op onze argumenten te reageren. Wij als verdediging moesten deze zomer binnen een termijn van twee weken zijn tsunami van woorden beantwoorden. Een belangrijke conclusie is dat Aben ten onrechte een batterij aan internationaal erkende deskundigen aan de kant heeft geschoven ten gunste van een non-deskundige en een anonieme tolk die geen kennis heeft van de diverse dialecten Kurmançi. Aben negeert argumenten en belangrijke getuigen à decharge.
(Meer leest u hier) (In de Engelse vertaling: hier)
Op de bijeenkomst waren opvallend veel Koerden aanwezig. Vanuit Koerdistan was speciaal overgekomen de Koerdische leider mr. Ali Homan Ghazi, die vertelde over zijn samenwerking met Baybasin en de toekomst van de Koerdische staat.
Jacques van Huet van de Stichting Restore Justice las een brief voor van Ibrahim Pekgöz, die in Duitsland woont waar hij ooit als vluchteling arriveerde. Hij deed journalistiek werk bij de Koerdische zender MED-TV die door Baybasin is opgezet, ontmoette en werkte voor Abdullah Öcalan, was een van de initiatiefnemers van het Koerdische parlement in ballingschap. Pekgöz in zijn brief: ‘De voornaamste reden van het contact met Baybasin was de zeer gevoelige informatie de hij had over ernstige misdaden die gepleegd waren door de president, ministers en andere topambtenaren van de Turkse staat. Hij wilde als klokkenluider MED-TV als spreekbuis gebruiken en ik vond dat het publiek het recht had om die ernstige feiten te weten.’
(Lees de brief van Pekgöz hier)
(*) Rudie van Meurs is voorzitter van de Bakker Schut Stichting